Oplossingsgericht, transparant en gericht op samen met ouders beslissen over wat nodig is. De erkende GIZ-methodiek startte regionaal en wordt door steeds meer jeugdorganisaties in Nederland gebruikt. Het NCJ helpt een landelijk aanbod realiseren. Nynke Steenbergen: ‘De kracht is dat je de kennis van ouders en professionals bundelt.’
‘Het is goud waard als ouders zich erkend en gehoord voelen. Als ze er mogen zijn. Want dan kunnen ze er nog meer zijn voor hun kind.’ Nynke Steenbergen van het NCJ (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid) is overtuigd van de kracht van de GIZ-methodiek (Gezamenlijk Inschatten van Zorgbehoeften). Ze hielp GIZ de afgelopen jaren ontwikkelen in samenwerking met de werkplaats SAMEN.
In een oogopslag overzien ouders waarmee ze aan de slag kunnen
De GIZ-methodiek wordt gebruikt als signaleringsinstrument ter preventie in de jeugdgezondheidszorg en geboortezorg, in uitgebreidere vorm ingezet voor het opstellen van gezinsplannen – van wijkteam en Praktijkondersteuners Huisarts tot psycholoog en sociaal werker – en bij multidisciplinair zorgoverleg.
Andere oplossingen
Door de insteek draagt GIZ bij aan het transformatiedoel de-medicaliseren en normaliseren. ‘Professionals komen met ouders tot andere oplossingen: misschien helpt niet die opvoedcursus, maar af en toe opvang, zodat ouders even kunnen bijkomen van hun kind met ADHDd. Ze ervaren dat het gesprek luchtiger wordt en dieper gaat dan indiceren en diagnosticeren. Ouders ontdekken dat het normaal is om niet te weten hoe je opvoedproblemen aanpakt, je het niet allemaal alleen hoeft op te lossen en dat het perfecte plaatje niet bestaat.’
GIZ betekent dat professionals vaker op hun handen moeten zitten
Ouderkennis
Den Haag en omliggende gemeenten (H10) regelden gezamenlijk de financiering om GIZ bij alle organisaties in de regio in te voeren. ‘Prachtig, want ouders hebben met al die organisaties te maken en professionals gebruiken nu allemaal dezelfde taal. Waar je normaal als ouder eigenlijk geen idee hebt waarom professionals bepaalde vragen stellen – en zo’n gesprek met een professional ís al spannend – begrijp je nu beter waarom. Je koppelt ouderkennis aan professionele kennis.’
Voor veel professionals vergt samen beslissen met GIZ wel een omslag in denken, vertelt Nynke. ‘Zij horen toch advies te geven? Maar de ouder is expert op het gebied van zijn eigen kind, de professional houdt de regie. Vraag dus ook aan medewerkers wat zij nodig hebben om de GIZ te gebruiken.’
Landelijk
GGD Hollands Midden heeft intussen het beheer overgedragen aan het NCJ. ‘Steeds meer organisaties toonden interesse, dus was het een logische stap om de methodiek landelijk aan te kunnen bieden – en als landelijk kennis- en expertisecentrum NCJ maken we ons daar graag hard voor. Zo’n kwart van alle JGZ’s in Nederland gebruikt de GIZ nu, al ligt het zwaartepunt nog in West-Nederlandse gemeenten.’ Ontwikkelaar en eigenaar van de methodiek GGD Hollands Midden en de werkplaats blijven betrokken bij het verder ontwikkelen en onderzoeken ervan.
Misschien helpt niet die opvoedcursus, maar opvang, zodat ouders kunnen bijkomen
Nynke: ‘De GIZ helpen landelijk toegankelijk maken sluit aan bij het idee van Evidence Based Practice, wat we als NCJ onderschrijven. En de methodiek sluit aan bij het gedachtengoed van het Landelijk Professioneel Kader (LPK) voor de jeugdgezondheidszorg (JGZ), namelijk niet ouders en kinderen bestoken met vragen van een standaard checklijstje, maar hen ruimte bieden om te vertellen en vragen waaraan behoefte is. Daarnaast is de GIZ een manier voor professionals om het LPK, eigen regie en ouderschap handen en voeten te geven. In die zin is het dus zowel een steun in de rug voor professionals als voor de doelgroep van de jeugdgezondheidszorg.’
Tenslotte is de huidige koers van het NCJ gericht op slimme samenwerking tussen onder meer JGZ, scholen, sociale teams en geboortezorg en helpt de GIZ daarbij met een gemeenschappelijke taal en benadering.
Getrapte opzet
‘Regionaal eerst goed uitproberen is belangrijk voordat je een methodiek landelijk invoert’, stelt Nynke vast. Ze noemt dat de winst van de werkplaats. ‘Door de getrapte opzet kun je aanscherpen tot het instrument stevig genoeg is voor je het landelijk invoert.’
Niet dat het intussen “af” is. ‘Zo misten professionals meer expliciete aandacht voor seksuele ontwikkeling van kinderen en aandacht voor geloof en cultuur. Elke anderhalf à twee jaar verandert er iets. Al moet je voorkomen dat het steeds uitgebreider wordt: de kracht van het instrument is dat de eenvoud en overzichtelijkheid.’
Ze is lovend over hoe SAMEN kennis aan de praktijk verbindt en zorgt voor verdere ontwikkeling. ‘Mooi ook hoe zo’n groep los gaat op de inhoud en zich niet gehinderd voelt door organisatiebelangen of financiering.’ Nu nog één droom verwezenlijken: zwart op wit krijgen hoeveel je op lange termijn bespaart door de inzet van dit laagdrempelige instrument.