Een scala aan projecten leverde de Werkplaats Sociaal Domein in regio Den Haag en Leiden op in tien jaar tijd. Nu is het tijd voor meer focus én een advies aan SAMEN. Coördinator Suzan van der Pas: ‘Voor een goed werkend leernetwerk is de helikopterview behouden belangrijk.’
Een volle agenda, met veel overleggen en netwerkafspraken. Voor coördinator van de werkplaats Sociaal Domein (WSD) Suzan van der Pas is het al 5 jaar gangbare kost. De WSD’en zijn sinds 10 jaar regionale samenwerkingsverbanden van hogescholen, zorg- en welzijnsorganisaties en gemeenten voor praktijkonderzoek, beroepsinnovatie en professionalisering. Suzan coördineert de Werkplaats Sociaal Domein Den Haag en Leiden en legt verantwoording af aan het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport –, SAMEN aan ZonMw.
‘Waar de werkplaatsen zoals SAMEN voor een aantal jaren projecten vastleggen, haken wij meer in op wat er nu speelt’, legt Suzan uit. Altijd is de rode draad de vier O’s, zoals zij ze noemt: onderzoek uitvoeren met partners, koppeling met onderwijs, focus op ontwikkelingen die de transformatiedoelen ondersteunen en betere zorg en hulp bewerkstelligen voor en met burgers. En dat in een gelijkwaardige samenwerking.
Potentiële professionals
Dat betekent een keur aan resultaten na 5 jaar bestaan van de werkplaats Den Haag en Leiden. Zo leidde een aantal bijeenkomsten van huisartsen-in-opleiding en social work-studenten tot bewustwording van elkaars expertise én tot de constatering dat huisartspraktijken en gemeenten elk een eigen digitale systeem hanteren – wat signaleren, doorverwijzen en de overdracht bemoeilijkt.
En zo vroeg gemeente Den Haag zich bijvoorbeeld af hoe je beter maatwerk kunt leveren aan multiprobleemgezinnen en hoe je bevordert dat deze gezinnen zelf de regie nemen. De gemeente ontdekte dat afgestudeerde studenten daarvoor eigenlijk onvoldoende toegerust zijn als ze in wijkteams aan het werk gaan. Suzan: ‘Als je zulke zaken samen vaststelt, kun je verkennen wat je eraan kunt doen en samen kijken wat nodig en mogelijk is.’
Gemeenten realiseren zich onvoldoende dat studenten potentiële professionals zijn
Suzan ziet in het algemeen dat gemeenten zich nog onvoldoende bewust zijn van de belangrijke rol die onderwijs speelt in de verbetering van hulp en zorg. ‘Zij zijn zich niet voldoende bewust dat studenten potentiële professionals zijn. Dus zijn we met de gemeente Den Haag een leeratelier gestart om scholing te ontwikkelen over de grondhouding van professionals en integraal samenwerken.’
Afbakenen
Waar WSD in de afgelopen jaren vooral aan de slag ging met wat op dat moment speelde, ligt voor de komende 3 jaar het thema wél vast: Armoede en schulden. ‘De partners geven allemaal aan dat op dit vlak grote vraagstukken liggen. We weten niet precies welke projecten we gaan uitvoeren, maar ze moeten in elk geval in deze thema’s passen. Zoals bijvoorbeeld een onderzoek over de effectiviteit van online hulpverlening bij schulden.’
Van SAMEN leren we wat het voordeel van strakker afbakenen is
Het afbakenen van de projecten aan de hand van een actueel en vastgelegd thema helpt iedereen beter focussen, denkt Suzan. ‘Dat hebben we opgestoken door te kijken naar SAMEN. Hun strakke organisatie heeft als voordeel dat iedereen duidelijk voor ogen heeft wat je gaat doen, welke concrete plannen nodig zijn en waar je naartoe werkt.’
‘Fijn dus dat we als werkplaats Sociaal Domein gaan samenwerken met SAMEN bij het leernetwerk Kwetsbare Gezinnen. Dat haakt mooi aan bij het thema Armoede en Schulden, waar deze gezinnen ook vaak mee te maken hebben. En het wordt bovendien getrokken door de hogeschool Leiden, waar ik deels werk.’
Recept
Heeft zij andersom een advies voor SAMEN? ‘Maak binnen leernetwerken ruimte om uit te proberen en in te spelen op onverwachte ontwikkelingen. Zoals corona in het voorjaar van 2020: wat betekent dat voor kwetsbare gezinnen, wat zijn de leervragen op dat moment?’, zegt Suzan. ‘Alleen is er niet 1 recept van hoe een goed leernetwerk tot stand komt. Je kunt niet vooraf de route uitstippelen hoe mensen uit verschillende disciplines het best samen leren.’
‘Wel is belangrijk om met elkaar te reflecteren en de helikopterview te behouden: stellen we de goede vragen, is dit wat nodig is? Het is belangrijk om vooraf goed je huiswerk te doen zodat je de juiste mensen aan tafel te krijgt. Want dat heeft invloed op het resultaat. Daarbij adviseer ik zeker om een uitvoerend of beleidsambtenaar mee te laten denken. Anders heb je straks een prachtig voorstel, maar blijkt het niet in de agenda van de gemeente te passen.’
Ontwikkeling
Voor de komende jaren maakt de programmaleider zich wat zorgen over de evaluatie van de decentralisatie naar gemeenten. ‘Natuurlijk, als blijkt dat op sommige vlakken toch een landelijk aanbod van gespecialiseerde hulp nodig is, is het goed om dat te realiseren. Maar ik hoop dat er aandacht blijft voor de enorme ontwikkeling die wijkteams hebben doorgemaakt. Ondanks alle kritiek op wijkteams – ze werken niet outreachend genoeg, ze verwijzen te laat door, ze hebben te weinig expertise – zie ik ook veel mooie voorbeelden.’
‘Daarnaast zie ik dat iedereen graag kennis wil delen, maar lopen we ertegen aan hoe je dat organiseert, zodat je niet langs elkaar heen werkt. Welke rol kunnen wij als werkplaats daarin nemen?’
‘Verder zou het sociaal domein nog meer verbinding kunnen leggen met het domein gezondheid. We lopen er tegenaan dat de WMO is belegd bij gemeenten en gezondheid in handen is van zorgverzekeraars. Dus vind ik het extra mooi om te zien hoe huisartsen en welzijnsinstellingen samenwerken bij het project “welzijn op recept”. Als huisartsen eenzaamheid en armoede signaleren – wat volgens onderzoek is gerelateerd aan ongunstigere gezondheidsuitkomsten op langere termijn – geven ze hun patiënt een symbolisch recept. Automatisch neemt een sociaal werker dan contact op met de patiënt.’
Wisselingen
Lastig vindt ze soms het ‘dynamische veld van het sociaal domein’, zoals ze het eufemistisch uitdrukt. ‘Door gemeentelijke aanbestedingen ontstaan momenteel weer nieuwe hulp- en welzijnsorganisaties en sommige organisaties verdwijnen. Dat betekent een nieuwe kennismakingsronde voordat je weer verder kunt. Nog los van de wisselende wethouders om de paar jaar, met elk hun eigen focus. Die wisselingen zijn niet gunstig voor de continuïteit.’
Continuïteit behouden in het dynamische sociaal domein is soms lastig
Nauwer samenwerken
De komende 3 jaar willen de werkplaatsen nauwer samenwerken met elkaar en met landelijke kennisinstituten. Het doel is om regionaal opgedane kennis gemakkelijker te kunnen verspreiden naar andere regio’s in Nederland en dat kennis die in landelijke kennisinstituten is opgedaan, eenvoudig belandt bij de regio’s. Daarbij wordt tegelijk gekeken of samengewerkt kan worden aan de hand van de landelijke én regionale kennis.
Suzan laat de leernetwerken voorlopig niet los. Ze zit in de begeleidingsgroep van het project Leren & Implementeren om helder te krijgen wat de opbrengst is van leernetwerken. ‘Ik hoop dat we rond armoede en schulden, de verbinding tussen gezondheid en welzijn en langer thuis wonen, met elkaar veel moois voor de toekomst ontwikkelen.’