De focus op toepasbaarheid van de onderzoeken is waardevol, maar leidt ook tot spanningen, stelt Ria Reis vast. Als voormalig lid van de visiegroep, promotor en een van de begeleiders van het traject dat tot de methodiek Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoeften leidde, wenst ze de werkplaats minder geoormerkte financiering toe.
Gedwongen de kloof overbruggen
Wat is de meerwaarde van SAMEN?
‘Je wordt gedwongen om de kloof tussen de verschillende werelden van onderzoek, praktijk en beleid te overbruggen. Dat is stimulerend én moeilijk.’
Waarom stimulerend?
‘Je leert oog hebben voor andere perspectieven. Ik ben theoretisch opgeleid en word nu gedwongen om anders naar mijn bevindingen te kijken – wat heb je eraan in de praktijk, levert het een bijdrage aan bruikbare interventies? Dat merkte ik in het ontwikkeltraject dat tot GIZ (Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoeften) leidde.’
We boeken toepasbare resultaten
Wat is lastig?
‘Juist dat het praktisch bruikbaar moet zijn, kan lastig zijn voor wetenschappers. Als academicus doe je onderzoek ook vanuit nieuwsgierigheid naar fundamentele inzichten, waarvan je soms niet weet of het direct nuttig is. Daarnaast is niet alles wat wetenschappelijk gezien het beste is uiteindelijk haalbaar in de praktijk.
Zo kon Krista van Mourik op basis van haar promotieonderzoek (ik was haar promotor) binnen de werkplaats vaststellen met welk type opvoedings-interventie ouders met een migratie en/of sociaaleconomische achterstandspositie het meest geholpen zouden zijn. Maar uiteindelijk werd in de keuze voor een interventie meegewogen in welk type interventie zorgverleners al getraind waren. De praktijk dwingt de wetenschap soms water in de wijn te doen.
Ook ingewikkeld vind ik dat politieke agenda’s van invloed zijn op wat gefinancierd kan worden, vaak met slechts een vier- of vijfjarige looptijd en als uitkomst toegepaste kennis. Dat bepaalt je onderzoeksagenda, terwijl misschien iets anders nodig zou zijn.’
Op welke resultaten ben je trots?
‘Als medisch antropoloog is mijn doel om de culturele en sociale context mee te wegen in onderzoek, zodat hetgeen je ontwikkelt ook werkelijk aansluit – anders haken mensen in de praktijk toch af. Deels is dat gelukt met de werkplaats – zoals in het promotieonderzoek van Krista van Mourik en de GIZ -methodiek, die in samenspraak met ouders en jeugdigen inzichtelijk maakt wat goed en minder goed gaat in de ontwikkeling van een kind –, deels niet.
Participatie van jongeren moet groeien
Zo vind ik dat het werkelijk gelijkwaardig betrekken van jongeren binnen de werkplaats onvoldoende van de grond komt. Ze blijven ontvanger van hulp, zijn onderzoeksproject of vormen onderdeel van een onbezoldigde klankbordgroep. Als de participatie van jongeren ook wordt gefinancierd, kan de werkplaats groeien.’
Wat levert de werkplaats op?
‘Laatst raakte ik in een winkel in gesprek met een moeder, die zich zorgen maakte over haar kind. Met haar zocht ik gelijk op welke organisatie in de buurt met de GIZ-methodiek werkt. Zo toepasbaar zijn de resultaten van de werkplaats dus!’
Welke uitdaging ligt er voor de toekomst?
‘Als onderzoeker word je afgerekend op publicaties. Maar projecten in de werkplaats leiden niet per se tot publicaties. Dat maakt het lastig om steun te krijgen van mijn academische ‘bazen’ om tijd te besteden aan de werkplaats. Nu sta ik aan het einde van mijn carrière en is publiceren voor mij minder noodzakelijk, maar als jonge wetenschapper moet je in beeld komen en blijven met je artikelen. De werkplaats loopt het risico dat ze zo vooral de oudere onderzoekers aan zich binden – en dan mis je de visie en voorstellen van jonge wetenschappers.
Heeft het jou als mens of professional veranderd?
‘Ik heb veel gevoel en waardering gekregen voor de meer toegepaste perspectieven. En ik ben blij dat ik, bijvoorbeeld met een workshop kwalitatief onderzoek, ook mijn expertise kon overdragen.’