Loading...
Artikelen
KennisinstitutenPraktijkinstellingenSamen verder

Kruip in de huid van de ander

Leestijd: 4 minuten

‘Je wordt gedwongen om vanaf verschillende kanten naar zorg voor jeugd te kijken,’ concludeert jeugdarts en LECK-directeur Mascha Kamphuis over de Werkplaats SAMEN waarbij ze jaren betrokken was. Ze blikt terug op de “cultuur van verbetering” die is ontstaan.

Waarom is SAMEN nodig?

‘Instanties betrokken bij jeugd stuiten dikwijls op dezelfde soort problemen: de opleiding sluit niet aan bij de eisen in de praktijk, onderzoeksresultaten zijn door professionals niet goed (genoeg of meer) bruikbaar, de behoefte van ouders en kinderen wordt onvoldoende gehoord. Wat mij betreft kun je die problemen reduceren tot een netwerkprobleem – en juist in verbinding zoeken ligt de oplossing én de kracht van de  Werkplaats.

Unieke van de werkplaatsen is dat je allemaal gelijkwaardig bent

Door de opzet van SAMEN zit je in het begin allemaal een beetje verplicht bij elkaar, maar daardoor word je gedwongen om vanaf verschillende kanten naar hulp en zorg te kijken. Dikwijls werkt elke discipline apart aan het oplossen van een vraagstuk of is er wel samenwerking, maar is de ene partij toch een beetje meer de baas dan de andere.

Uniek van SAMEN is dat je allemaal gelijkwaardig bent en allemaal nodig bent. Want allemaal, vanuit je eigen perspectief, wil je tenslotte het beste voor die cliënt, patiënt, hulpvrager. En die invalshoek werkt, blijkt uit meerdere succesvolle projecten.’

Wat is belangrijk voor een goede start van een Werkplaats?

‘Als je mensen bij elkaar blijft brengen, krijgen ze weer het gevoel van: samen hebben we ideeën, samen willen we er tegenaan. Organiseer je een bijeenkomst, zorg dan dat deelnemers iets dóen, niet alleen maar luisteren, dat ze ook iets komen brengen.

In Holland Rijnland, Haaglanden en Midden-Holland hielden we een vrije brainstorm over welke vraagstukken er speelden en gebruikten vervolgens activerende werkvormen. We zetten mensen letterlijk in groepjes aan het werk. Dezelfde dag nog bogen ze zich samen over bijvoorbeeld de vraag met welke stappen ze een bepaalde tool konden ontwikkelen of hoe actieonderzoek eruit zou moeten zien.

Op die manier gaan deelnemers met een concreet beeld naar huis en pak je daarna gemakkelijker door. Als regiocoördinator zag ik mijn taak als degene die faciliteert, motiveert en inspireert, maar mensen doen het zelf. Alsof je een vuurtje aanwakkert, enthousiasme werkt aanstekelijk.’

Je wakkert een vuurtje aan: het enthousiasme werkt aanstekelijk

Hoe sluiten de ideeën aan op de transformatiedoelen?

‘Het startpunt is altijd een gezamenlijk dilemma of vraag van professionals, beleidsmakers, opleiders en ervaringsdeskundigen. Zoals hoe je een jeugdige die met kindermishandeling te maken heeft, structureel een volwaardige stem geeft binnen de hulpverlening. Zou dat met een onafhankelijke, ketenbrede steunfiguur kunnen? Doordenkend paste deze behoefte bij twee doelen: integrale hulpverlening en inzetten op preventie en eigen kracht.

Het resultaat was het project Luid en Duidelijk: de stem van de jeugdige in de keten, waarbij vanaf de melding bij Veilig Thuis, onafhankelijke steunfiguren uit de omgeving van het kind worden ingezet.’

Waarom is actieonderzoek zo belangrijk?

‘Het is een krachtig middel om de zorg voor jeugd te onderzoeken en direct te veranderen. Even gechargeerd, als medicus kun je de ene groep een pil geven en de andere niet, en daarna kijken welke verschillen in uitkomst er zijn.

In de jeugdzorg is RCT (Randomized Control Trial) vrijwel niet mogelijk, er spelen zoveel factoren mee. Die kun je in actieonderzoek gaandeweg meenemen in je onderzoek. Je probeert iets, kijkt of het werkt, past aan, test weer en neemt verschillende invalshoeken mee.

Door actieonderzoek word je gedwongen om gesprekken te blijven voeren. Wat doe je, waarom werkte het, wat deed het met jou? Die vragen stel je de professional, de cliënt en zo breng je steeds beter in kaart wát nou precies werkte.’

Op welke resultaten ben je trots?

‘Geweldig om te zien wanneer partijen die nog nooit een subsidieaanvraag of onderzoeksvoorstel deden, de stap wél nemen – en dat het ook nog lukt.
Verder staat het kind echt centraal en dat klinkt zoveel gemakkelijker dan het is! Juist doordat ervaringsdeskundigen overal bij betrokken bleven, behielden we de focus op voor wie een onderzoek, methode of tool eigenlijk betekenis moet hebben.’

Een ander resultaat is dat we vanuit GGD Hollands Midden een gestructureerde, motiverende gespreksmethode hebben ontwikkeld: Gezamenlijk Inschatten van Zorgbehoeften. Onder meer letterlijk een placemat met daarop de thema’s die – ook volgens henzelf – spelen in het leven van ouders en kinderen (0-18 jaar), als uitgangspunt voor het gesprek met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Zo krijg je beter in kaart waaraan de cliënt behoefte heeft, dat werkt bewezen motiverend.

Verder krijg je een vollediger beeld van wat er speelt dan – even zwartwit – alleen het bespreken van het gewicht en de lengte van een kind. De gesprekken leiden tot meer tevredenheid bij ouders en professionals, het ondersteunt bovendien eenheid van taalgebruik én de wens ontstond om de placemat te digitaliseren. Dat leidde weer tot een breed inzetbare app, eveneens geschikt voor bijvoorbeeld de kraamzorg en jeugdzorg.’

Heeft het jou als mens of professional veranderd?

‘Ik heb een beter beeld gekregen van hoe de gemeente werkt, hoe belangrijk het is dat iedereen dezelfde woorden of taal gebruikt en dat het soms ingewikkeld kan zijn om ervaringsdeskundigen zinvol te betrekken – door hun situatie is het soms lastig om overstijgend te kijken naar wat goede zorg is. De boosheid en frustratie van sommige patiënten leerde mij overigens ook hoe diep de pijn zit over hoe de hulpverlening soms verloopt.’

Wat neem je mee in je huidige functie?

‘Mijn functie houdt al in dat ik meerdere werelden met elkaar verbind: praktijk en beleid rond kindermishandeling. Die helikopterview had en houd ik graag. Ik zou willen dat iedereen in de huid kruipt van de ander, welke functie je ook hebt. Daarom ben ik betrokken bij de landelijke coalitie kansrijke start, waarin professionals, wetenschappers en wethouders samenwerken aan een goede en gezonde eerste duizend dagen van een kind.

De cultuur van willen verbeteren, daarvoor inspiratie zoeken en de passie voelen om daar met elkaar voor te gaan staan – ik wens dat iedereen dat mag ervaren.’