Hoe blijven professionals geïnspireerd door nieuwe inzichten en technieken? En hoe zorg je dat onderwijs en praktijk beter aansluiten? Het leernetwerk Samen-Werken, Samen-Leren onderzocht hoe je dat samen doet als professionals, docenten, studenten, onderzoekers en cliënten.
Je zoekt een stageadres, bespreekt met de stage- en praktijkbegeleider wat je wilt leren en of dat kan en gaat in de praktijk aan de slag. Enthousiast en geïnspireerd door de nieuwe wetenschappelijke inzichten en innovatieve methodieken waarover je op de opleiding hoorde, stap je de werkvloer op. Daar blijkt de praktijk regelmatig weerbarstig en je moet erg wennen aan hoe de instelling werkt – het blijkt soms net een beetje anders dan je op de hogeschool hebt geleerd.
Door het leernetwerk kregen we mensen wél bij elkaar
Voor veel studenten is de stageperiode confronterend en indrukwekkend, en voor hulpverleners, studenten en docenten bestaan de eerste weken uit elkaar leren kennen en aftasten wat mogelijk is. Zonde, vonden Hogeschool Leiden, de Haagse Hogeschool, JES Rijnland, Cardea Jeugdzorg en het Jeugd- en Gezinsteam van Kwadraad, Centrum voor Jeugd en Gezin Den Haag, Curium, Horizon Jeugdzorg en Onderwijs en Stichting Jeugdformaat. Als je de kennis en ervaring van alle partijen meer en eerder bundelt – professionals, stagiairs, docenten, onderzoekers, docenten en cliënten – moet dat winst opleveren voor iedereen.
Gezamenlijk doel
Dat klinkt eenvoudig, toch kostte het tijd om te verkennen hoe, vertelt Renske de Boer. Ze werd eind 2018 projectleider van Samen-Werken, Samen-Leren en werkt bij Hogeschool Leiden als docent. ‘Natuurlijk bestonden er al werkveldcommissies die meedachten over het onderwijs. Maar de werkdruk in het veld is zo hoog, dat het lastig is om iedereen telkens bij elkaar te krijgen. Met het leernetwerk lukte het wel, omdat er een gezamenlijk doel was: professioneel handelen van jeugdprofessionals versterken.’
Haar collega Lisette Ory was als opleider betrokken: ‘We hadden net in 2017 de opleidingen sociaalpedagogische hulpverlening en maatschappelijk werk samengevoegd tot Social Work. Toch was nauwer samenwerken niet zomaar geregeld, alleen al door het brede werkveld van de betrokken organisaties: van ggz, lvb, jeugdzorg tot welzijn en maatschappelijk werk.’
Renske: ‘We wilden vanuit al die verschillende perspectieven leren en daarom kwam de ontwikkelgroep van Samen-Werken, Samen-Leren elke 6 weken bijeen. Het kostte tijd om te onderzoeken waar je elkaar aanvult, hoe je over elkaar denkt, waar de meerwaarde van het leernetwerk zit. In het begin was nog niet zo duidelijk wat het leernetwerk moest dóen.’
De ontwikkelgroep zorgde ervoor dat er per organisatie een leernetwerk werd opgericht, waar elke 10 weken stagebegeleiders, docenten, stagiairs en cliënten samenkwamen. ‘De leernetwerken verdiepten dilemma’s rond de drie thema’s kindermishandeling, multiproblematiek en werkplezier’, aldus Renske. ‘Hoe versterk je de kennis van huidige en toekomstige werkers, deel je expertise, hoe verenig je onderzoek, praktijk en onderwijs en hoe zorg je dat je je (startend) personeel behoudt in dit zware werk?’
De verbinding die er nu is, dat is een cultuuromslag
Leerhuis
Gepraat is er in de afgelopen anderhalf jaar regelmatig. Dat werpt nu zijn vruchten af. Onderzoekers en SAMEN-partners verzorgden 2 bijeenkomsten (leerhuizen) rond multiproblematiek en kindermishandeling, waar de deelnemers van álle leernetwerken van SAMEN bijeen kwamen. Zo werd kennisdeling tussen de leernetwerken ook bevorderd. ‘We diepten kennis en ervaringen uit en er zijn goede praktijkvoorbeelden gedeeld. Het leerhuis over werkplezier ging vanwege corona helaas niet door.’
Renske: ‘Deelnemers geven aan nieuwe kennis te hebben opgedaan, maar kunnen zich ook beter verplaatsen in elkaars perspectief. Je hebt overigens wel commitment nodig van de bestuurders. Zij moeten het belang van samenwerking onderstrepen bij hun medewerkers en uren beschikbaar stellen. En je hebt enthousiastelingen nodig die anderen op het belang van samenwerking blijven attenderen.’
Opbrengst
Leren van elkaars ervaringen en opdoen van nieuwe inzichten, zowel vanuit onderzoek als praktijk, noemt Renske de belangrijkste opbrengsten. Daarnaast heeft het leernetwerk opgebracht dat er een protocol is opgesteld over de verantwoordelijkheden van stagiairs. Ook vinden soms gastlessen op de hogeschool plaats gegeven door professionals en jongeren van de cliëntenraad.
Verder is het idee om onderwijs steeds meer te ontwikkelen met professionals, docenten en cliënten samen. Daarnaast is door de leernetwerkbijeenkomsten (waar ook vaak cliënten aanwezig zijn) intensiever contact tussen stagedocent en stagiairs, tussen stagiairs onderling en tussen stagiairs en stagebegeleiders. Renske: ‘Samen leren werkt het best in kleine groepen, van acht tot vijftien mensen. Je moet elkaar kennen. Daarom wordt het best een uitdaging nu sommige mensen van baan wisselen en nieuwe stagiairs starten.’
Cultuuromslag
Renske stopt als projectleider nu de verbinding tussen praktijk en onderwijs binnen de stage een plek heeft in het onderwijscurriculum. Het leernetwerk Samen-Werken, Samen-Leren gaat door; de netwerken op de locaties worden nu door studenten, docenten en praktijkbegeleiders georganiseerd. De ontwikkelgroep gaat verder als Samen Opleiden en is daarmee interessant voor heel SAMEN. ‘Het doel is met en van elkaar te blijven leren, met inbreng van ervaringskennis van cliënten en kennis van SAMEN.’
Lisette is blij met de resultaten. ‘Ik moest leren om tevreden te zijn met kleine stappen. Elkaar sneller kunnen vinden, beter afstemmen, je open opstellen. Als manager kijk ik soms te ver vooruit en ben meer gericht op grote veranderingen. Maar het is echt een cultuuromslag dat de verbinding tot stand is gekomen. Mensen ervaren de meerwaarde van gezamenlijk onderzoeken en het is gemakkelijker geworden om elkaar te vragen om hulp of om mee te denken. Het idee leeft minder dat de docent alle antwoorden heeft voor de student of dat de hulpverlener weet wat het beste is voor de cliënt. Je onderzoekt sámen.’