Aanbod genoeg en toch blijven dezelfde gezondheidsproblemen in een wijk spelen. Medisch antropoloog Nienke Slagboom organiseerde en onderzocht met bewoners en professionals hoe je die problemen met elkaar verandert. ‘Actieonderzoek is enorm tijdsintensief, maar levert diepe kennis op’.
Katwijk is anders…
‘De leefstijlcijfers in Katwijk vielen op: meer mensen roken, drinken, hebben overgewicht dan elders in de regio. We ontdekten dat inwoners van Katwijk meer dan gemiddeld te maken hebben met een patroon van gestapelde kwetsbaarheden: een clustering van aandoeningen, sociale omstandigheden en leefgewoonten. Het gaat om clustering van psychologische stress, cardiometabole aandoeningen (diabetes en hart- en vaatziekten) en gewrichtspijn. Dat bleek vaak samen te gaan met eenzaamheid, financiële stress, weinig bewegen en obesitas: een patroon dat we binnen verschillende generaties in families telkens terugzien.’
… maar van hulp maken bewoners weinig gebruik…
‘Het aanbod voor hulp was groot, maar slechts weinig wijkbewoners in Katwijk-Noord maakte er gebruik van. Ook miste vaak een gezinsaanpak van de gezondheidsproblemen. Mensen waren zich niet bewust van de overdracht van het voorleven van leefstijl. Families zeggen bijvoorbeeld soms: “Het is nu eenmaal je bouw, dat zit in de familie”. Bovendien helpt het als ouders elkaar steunen – dus hoe kun je gezond leven met andere wijkbewoners bevorderen?’
Ik bracht úren door in kerken, buurtcentra, kringloopwinkels en op scholen
… terwijl ouders voor hun kinderen wél een andere toekomst wensen.
‘Omdat het lastig is om gezinnen aan tafel te krijgen – praten over psychische problemen of obesitas kan als schaamtevol en stigmatiserend worden ervaren – deed ik etnografisch onderzoek. Uren per week bracht ik door in kerken, buurtcentra, kringloopwinkels en op scholen. Met gedetailleerde levensverhalen van geboorte tot heden brachten we in kaart dat de combinatie van ziektes samengaat met armoede, slechte arbeidsomstandigheden, sociale exclusie als pesten en het meemaken van nare jeugdervaringen.
En dat in een terugkerend patroon van generatie naar generatie. Bij een deel van de jongste generatie lukt het om deze cirkel te doorbreken. Sociale support, scholing en durven dromen van een andere toekomst speelt daarbij een belangrijke rol.’
Wél verandering tot stand brengen lukt alleen met gezinnen…
‘De deelname van gezinnen aan het actieonderzoek levert andere producten op én zij betrekken weer andere ouders en kinderen bij het project. Dat is van enorme meerwaarde. Zo maakte een fotograaf foto’s van drie generaties voor de campagne “Geef het door”, zoals samen bewegen. Ouders attendeerden elkaar op de mooie foto’s en de geportretteerde activiteiten die je als ouder, grootouder en kind samen kunt doen – zoals uitwaaien op het strand. Verder ontstond op een school het plan voor een foodfestival.
Professionals staken in op veel sport op die dag, want dat is gezond! Maar moeders bedachten dat de betrokkenheid verhoogde als elke klas een gezond en lekker gerecht zou maken. De preventieve gezondheidsactiviteiten werden altijd tussen leuke activiteiten door gevlochten – dat werkt volgens ouders beter dan een dag waarbij het “belerende vingertje van hoe je moet eten en bewegen” centraal staat.’
Gezinnen betrekken weer andere ouders en kinderen bij het actieonderzoek
… en daarvan leert zij als onderzoeker ook…
‘Ik legde brieven of onderzoeksvragen voor aan ouders en kreeg terug dat de teksten te lang of te ingewikkeld waren. Verder begrijp ik nu dat sommige, schijnbaar neutrale vragen, anders kunnen overkomen. Denk aan: Hoe vaak eet je groente per week? Daarin kan een oordeel verborgen zitten.
Dat kan daardoor weerstand oproepen – maar je kunt het ook angst noemen, net hoe je het bekijkt. Ook realiseerde ik me dat onderzoekers bij leefstijlonderzoek altijd keurig zeggen dat deelnemers niet altijd waarheidsgetrouw invullen hoeveel ze bewegen of eten, maar dat we die informatie wel gebruiken alsof het waar is!’
… hoewel het niet altijd gemakkelijk is…
‘Actieonderzoek is enorm tijdsintensief. Je wilt telkens graag iedereen om tafel krijgen, je wilt het eens worden en iedereen mag meebeslissen. Nieuw aanbod kost dus tijd, het is een dure onderzoeksvorm. Verder klinkt het eenvoudig: een foodfestivalletje organiseren, een gezinsplan ontwikkelen om die intergenerationele overdracht in kaart te brengen. Maar om daadwerkelijk tot gedragsverandering te komen is een cultuurverandering nodig bij professionals, gezinnen, organisaties. Bovendien heb je voor de continuïteit beleid nodig om verandering te bevorderen en vast te houden.
Gelukkig heeft de gemeente Katwijk besloten om wijkteams van 0-100 jaar te financieren, waardoor je beleidsmatig ruimte hebt voor intergenerationeel aanbod. Want ook dat is nodig voor een blijvende verandering in de kijk op de gezondheidsongelijkheid.’
…en het goed is om kennis uit de regio uit te wisselen…
‘Het netwerk SAMEN zorgde ervoor dat iedereen in de regio op de hoogte is wie wat doet. Zo hoorde ik weer over onderzoek naar wijkgericht werken, waarmee wij in Katwijk-Noord ook te maken hadden.’
… maar zonder actieonderzoek waren de resultaten nooit zo rijk geweest.
‘Begrijpen hoe sociale context precies bijdraagt aan clustering en intergenerationele overdracht, had nooit gekund met alleen kwantitatief onderzoek. Mijn promotieonderzoek loopt nog, maar het is nu al helder dat het actieonderzoek een rijkdom aan diepe kennis oplevert.’