Met burgers, professionals en lector Rob Gilsing wil de gemeente Delft tot een gedeelde visie komen over opvoeden en opgroeien. Wethouder Hatte van der Woude werkt toe naar een manifest: ‘Je moet je afvragen: wat is normaal binnen de opvoeding en wat is goed genoeg opvoeden?’
‘Wat de een als normaal bestempelt, noemt de ander zorgelijk. Allemaal verstaan we iets anders onder normaal gedrag. Binnen Nederland, maar ook in mijn eigen organisatie. Dat viel me op sinds iedereen het na de transitie over ‘normaliseren’ had. Rob Gilsing, lector Jeugdhulp in transformatie van de Haagse Hogeschool, constateerde hetzelfde en startte het bovenregionaal leernetwerk Normaliseren van SAMEN. Tegelijk zag ik als wethouder hoeveel Delftse kinderen jeugdhulp krijgen. En ik wist eigenlijk niet waarom.
“Je moet voorkomen dat problemen erger worden”, hoorde ik ook om me heen. “Door preventie.” En ik vroeg me af: wat is dan preventie? Sommige problemen horen nu eenmaal bij opgroeien. Die signaleer je, maar meer doen dan constateren dat het even lastig is, kun je niet. Je kunt niet alle opgroeiproblemen voorkomen. Daar dacht ik ook aan toen ik in onze stad posters van een jeugdzorgaanbieder zag hangen, waarop stond: “Wil uw kind ook vaak niet naar school? Bel ons!”. Als moeder van drie kinderen dacht ik: Mijn kinderen hebben heel vaak geen zin in school. Daarmee hebben zij of ik toch niet meteen een probleem?’
Gerepareerd
‘We moeten niet alle problemen willen oplossen. En ja, als je dat als wethouder zegt, dan denkt iedereen meteen dat je wil bezuinigen. Maar je kunt je geld maar één keer uitgeven. Eerder werd vooral naar het kind gekeken, nu kijken we breder omdat de oorzaken van problemen niet alleen bij kinderen kunnen liggen, maar ook bij ouders of het systeem waarin ze opgroeien.
Je kunt niet alle opgroeiproblemen voorkomen
Ik vond het dus tijd voor een visietraject als gemeente Delft om te bespreken in welke opvoedhulp we moeten investeren en van welke opgroeiproblemen we moeten zeggen dat het er gewoon bij hoort. Om samen te ontdekken hoe we de focus op risico’s verleggen naar een focus op beschermende factoren. Met hulp van Rob Gilsing en met beleidsadviseurs Jeugd bij de gemeente Delft, die beiden in contact staan met SAMEN binnen het leernetwerk Normaliseren, hebben we diverse focusgroepen samengesteld.
Met de focusgroepen, bestaande uit bijvoorbeeld huisartsen, onderwijs, jeugdgezondheidszorg, welzijn, jeugdhulp, jongeren, hielden we verdiepende gesprekken over 5 thema’s: kwaliteit van opvoeden (maximaal versus goed genoeg), kindgerichte versus systeemgerichte blik, vroegtijdige signalering en ondersteuning, preventie en over de toename van jeugdhulpgebruik (vermijden en houdbaarheid).’
Manifest
‘Het benoemen van de thema’s is belangrijk, omdat we naar een visie toewerken dat we als samenwerkende partijen dit najaar als manifest presenteren. Dat moet de discussie aanzwengelen over wat we goed genoeg vinden. Vervolgens kijken we naar data over jeugdhulp om te weten hoe het er met die thema’s in Delft voor staat. Deze momentopname van hoe het nu zit met de Delftse jeugd en het beeld van waar je naartoe wilt, vormt de basis voor de aankomende beleidskeuzes.
Ouders willen het beste voor hun kind en zoeken wegen die hen daarbij kunnen helpen. Tegelijkertijd willen we dat kinderen zoveel mogelijk ‘normaal’ opgroeien en onderwijs volgen, want je kunt niet voor elk kind een uitzondering maken.’
Onzekerheid bij ouders
‘Daarom wil ik ook onderzoeken wat verwijzers van hulp kunnen doen om te voorkomen dat kinderen onnodig in jeugdhulp terechtkomen. Vragen van ouders vloeien immers soms ook voort uit onzekerheid – wat kunnen we daartegen doen? Want niet elk opvoedvraagstuk is een probleem waarvoor een oplossing is. Sommige problemen gaan vanzelf voorbij en soms volstaat een gesprek met jeugdgezondheidszorg of maatschappelijk werk.
Door het visietraject gezamenlijk vast te stellen, willen we tot nieuwe beleidskaders komen. De andere gemeenten in de regio Haaglanden met wie we samenwerken, volgen met belangstelling wat er uit dit visietraject voortkomt. Goed, want het is onnodig opnieuw het wiel uit te vinden.’
Haarlemmerolie
‘De resultaten komen nog, maar ik heb al wel geleerd dat je bij uitspraken en ideeën van mensen goed moet kijken wat ze werkelijk bedoelen. Verder realiseer ik me dat preventie geen Haarlemmerolie is – je moet het pas inzetten als er echt aanleiding toe is. Vaak is afwachten ook prima, want opvoeden gaat niet zonder hobbels. Bovendien: als je veel kinderen preventieve hulp aanbiedt, is er geen geld meer voor de zware jeugdhulp die voor een aantal kinderen bittere noodzaak is. Je wilt niet op specialistische jeugdhulp bezuinigen.
Ten slotte is mij het belang van netwerken duidelijk. Dat je samen verantwoordelijk bent, spreekt me ook zo aan bij het leernetwerk SAMEN. Want decentraliseren betekent niet dat de bal alleen bij gemeenten ligt. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om een succes te maken van veilig en kansrijk opgroeien van kinderen.’