Rond de zorg voor gezinnen met complexe problemen is nog veel winst te behalen, zeker als het integrale hulp betreft. Vandaar dat Cora Bartelink en Marion van de Sande de minor Zorgcoördinatie voor gezinnen met complexe problemen ontwikkelden in samenwerking met praktijkprofessionals, beleid en onderzoek. Met 70 inschrijvingen van studenten Pedagogiek, Social Work en de PABO was deze minor snel vol. Op 31 augustus 2020 is de minor van start gegaan.
Marion: ‘Studenten leren in deze minor met elkaar, maar vooral ook met gezinnen, samen te werken. Juist met gezinnen waarvan je niet goed weet hoe je nog regie van hen kan vragen.’ In de minor willen Cora en Marion studenten laten ervaren hoe het is om samen te werken met mensen met een andere achtergrond, zoals jeugdhulpverleners en leerkrachten.
Gezinnen hebben out-of-the-box-oplossingen nodig
Volgens Marion moeten de toekomstige jeugdprofessionals goed kunnen luisteren. ‘Het kunnen bekijken van een kwestie vanuit verschillende perspectieven – gezinsleden, professionals – en als regisseur moet je die perspectieven onderscheiden, en meervoudig partijdig kunnen zijn.’ En wel op zodanige wijze dat gezinnen zo goed mogelijk geholpen zijn en iedereen bij de les wordt gehouden.
Cora: ‘Het is belangrijk dat je kunt samenwerken met professionals van andere disciplines. Dat vraagt van mensen om buiten hun eigen kaders te kunnen denken, los kunnen komen van je eigen referentiekader en jargon. Gezinnen hebben out-of-the-box-oplossingen nodig om verder te komen.’
Marion: ‘In de minor laten we zien dat het belangrijk is dat je ook buiten de lijntjes van je eigen opdracht kunt kleuren.’
Samen ontwikkelen
Cora: ‘Het leuke van deze minor is dat deze vanuit het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie is ontwikkeld. Dit lectoraat is een van de kernpartners van SAMEN, zo trekt dit lectoraat het leernetwerk Normaliseren. Daarmee zijn er korte lijntjes naar het onderzoek en innovaties van SAMEN. Hiervan is het expliciet de bedoeling om dat wat we van ons onderzoek leren een plek te geven in het curriculum.’
Buiten de lijntjes van je opdracht kunnen kleuren
De Haagse Hogeschool werkt ook nauw samen met het werkveld. Zo verzorgen verschillende praktijkprofessionals, die een rol hebben in de coördinatie of regie, gastlessen. Hiermee willen de docenten laten zien dat er niet een manier bestaat om zorg te coördineren. Je hebt te maken met wetten en regels maar ook met de cultuur van de organisatie waar je werkt.
Het is niet makkelijk ervaringsdeskundigheid te betrekken bij het onderwijs. Via partners in de praktijk wordt weleens een ouder of jongere meegevraagd naar de hogeschool. Marion: ‘Ik denk ook dat we niet moeten vergeten dat onze studenten niet zomaar Social Work of Pedagogiek zijn gaan studeren. Zij nemen ook hun eigen ervaringen mee.’ Een structurele plek vindt ervaringsdeskundigheid nu via video’s en de literatuur.
Toekomst van de minor
Marion en Cora zien graag dat de minor over vier jaar de zorg voor gezinnen met complexe problemen een beetje verbeterd heeft. Ook hopen ze dan een variant van de minor te verzorgen voor professionals die al werkzaam zijn in het werkveld.
Cora: ‘Ik zie graag dat de minor op langere termijn vruchten afwerpt in de praktijk, dat we gaan zien dat gezinnen met complexe problemen beter geholpen worden en dat daar minder problemen ontstaan.’
Openheid voor nieuwe manieren van werken
Marion: ‘Ik hoop op meer openheid voor deze nieuwe manier van werken en kijken naar gezinnen. In de praktijk is het vaak zo dat mensen terugvallen op wat ze al jaren doen. Vernieuwingen worden niet opgepakt, het lukt niet goed om dat te implementeren.’
Cora: ‘Professionals schieten in een reflex om met elkaar rond het gezin te werken en we willen dat het meer werken met het gezin wordt.’